108
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
NL
Gebruik het elektrotoestel / machine niet indien de elektrische schakelaar het in- en uitschakelen niet mogelijk maakt.
Het
elektrotoestel / machine dat niet controleerbaar is met behulp van de netwerkschakelaar is gevaarlijk en dient door de technische
dienst te worden hersteld.
Ontkoppel de stekker van de voedingskabel van de netwerkdoos en/of demonteer de accu,
indien hij van het elektrotoestel / machine kan worden ontkoppeld alvorens het elektrotoestel / machine af te stellen,
accessiores te vervangen of op te slagen.
Zulke voorzorgsmaatregelen zullen ervoor zorgen dat een toevallige inschakeling
van het elektrotoestel / machine wordt vermeden.
Bewaar het toestel op een plaats die ontoegankelijk voor kinderen is. Laat personen die niet vertrouwd zijn met de instructie het
elektrotoestel / machine niet gebruiken.
Elektrotoestellen / machines kunnen in handen van ongeschoolde gebruikers gevaarlijk zijn.
Onderhoud het elektrotoestel / machine en zijn accessoires. Controleer het elektrotoestel / machine op het gebied van
slechte aanpassingen of het klem zitten van bewegende onderdelen, beschadiging van onderdelen en om het even welke
andere omstandgiheden die de werking van het elektrotoestel / machine kunnen beïnvloeden. Schade dient te worden
hersteld alvorens het elektrotoestel / machine te gebruiken.
Vele ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhoud van
het elektrotoestel / machine.
Snijdende werktuigen dienen proper en scherp te zijn.
Snijdende werktuigen met scherpe randen die goed onderhouden zijn
zullen zich minder beklemmen en kunnen tijdens de werking beter worden gecontroleerd.
Gebruik elektrotoestellen / machines, accessoires en aanvullende werktuigen ed. overeenkomstig met deze instructie en
houd rekening met hun soort en de arbeidsomstandigheden.
Gebruik van toestellen bestemd voor andere werkzaamheden
dan hun bestemming kan een gevaarlijke situatie veroorzaken.
Houd het handvat en de oppervlakken bestemd om te worden gegrepen altijd droog, proper en vrij van olie en vet.
Gladde hand-
vaten en oppervlakken laten geen veilig gebruik toe en houden het elektrotoestel / machine niet onder controle in gevaarlijke situaties.
Herstellingen
Laat het elektrotoestel / machine herstellen enkel bij de bevoegde technische diensten die originele reserveonderdelen
gebruiken.
Dit zal de gepaste veiligheid van het elektrotoestel garanderen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR KETTINGZAGEN
Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de ketting bij het gebruik van uw kettingzaag. Zorg ervoor dat de ketting
nergens mee in contact komt voordat u de kettingzaag start.
Een moment van onoplettendheid bij het bedienen van een
kettingzaag kan ertoe leiden dat kleding of lichaamsdelen verstrikt raken in de zaagketting.
Houd de zaag altijd met uw rechterhand achter de achterste handgreep en met uw linkerhand achter de voorste hand-
greep.
De achterkant van de kettingzaag mag nooit worden vastgehouden, omdat dit het risico op letsel verhoogt.
Houd de zaag alleen vast aan de handgrepen met een geïsoleerd oppervlak, omdat de ketting in contact kan komen met
een verborgen snoer of zijn eigen netsnoer.
De ketting kan, wanneer deze in contact komt met een onder spanning staande
draad, ook metalen onderdelen onder spanning zetten, wat een elektrische schok voor de gebruiker kan veroorzaken.
Draag oogbescherming. Het wordt aanbevolen om ook hoofd, armen, benen en voeten te beschermen.
Passende bescher-
mende kleding vermindert het risico op letsel door contact met afval of onbedoeld contact met de ketting.
Bedien de zaag niet aan een boom, op een ladder, vanaf een dak of op een onstabiele steun.
Het werken met de kettingzaag
in een boom kan leiden tot letsel.
Houd altijd de juiste houding aan en werk met de kettingzaag terwijl u op een stilstaande, veilige en vlakke ondergrond
staat.
Een glad of onstabiel oppervlak, zoals een ladder, kan leiden tot balansverlies of verlies van controle over de kettingzaag.
Bij het doorzagen van een opgespannen tak moet men oppassen dat hij niet terugslaat.
Als de in de houtvezels opgehoopte
spanning vrijkomt, kan de tak de bediener raken en/of hem de controle over de zaag ontnemen.
Speciale aandacht moet worden besteed aan het zagen van struiken en jonge bomen.
Slank materiaal kan de ketting grijpen
en de ketting zaag naar de bediener toe duwen of ervoor zorgen dat hij uit balans raakt.
Verplaats de kettingzaag door ze bij de voorste handgreep vast te houden, uitgeschakeld en weg van het lichaam. Draag
altijd een beschermkap voor de kettinggeleider wanneer u uw kettingzaag vervoert of opbergt.
Een correcte grip van de
zaag vermindert de kans op onbedoeld contact met bewegende delen van de zaag.
Volg de instructies voor het smeren, het aanspannen van de ketting en het vervangen van accessoires.
Een niet goed
gespannen of niet goed gesmeerde ketting kan zowel barsten als de kans op een terugslag voor de bediener vergroten.
Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van vet en olie.
Vette of ingevette handgrepen zijn glad en zorgen ervoor dat u
de controle over uw kettingzaag verliest.
Zaag enkel hout. Gebruik de kettingzaag niet voor werk waarvoor hij niet bedoeld is. Bijvoorbeeld: niet snijden in plastic,
beton of niet-houten bouwmaterialen.
Het gebruik van een kettingzaag voor andere werkzaamheden dan waarvoor hij bestemd
is, kan leiden tot gevaarlijke situaties.
Deze zaag is niet bedoeld voor
Het gebruik van de zaag voor andere werkzaamheden dan bedoeld kan ernstig letsel veroorza-
ken aan de bediener en omstanders.
Neem alle instructies in acht bij het reinigen van vastgelopen materialen en het opslaan of onderhouden van de zaag.
Zorg ervoor dat de schakelaar in de UIT-stand staat en dat de accu losgekoppeld is van het apparaat.
Onverwachte wer-
king van de zaag tijdens het reinigen van vastgelopen materiaal of onderhoud kan leiden tot ernstig letsel.
Summary of Contents for YT-828135
Page 29: ...29 RU residual current device RCD...
Page 30: ...30 RU...
Page 31: ...31 RU...
Page 32: ...32 RU II III III IV 3 4 10 15 20 V...
Page 33: ...33 RU VI VI VII VIII X 15 1 3 8 1 3 XI 1 3 1 3 XI XII...
Page 34: ...34 RU Li Ion 500 0 30 50 70...
Page 35: ...35 RU...
Page 37: ...37 UA residual current device RCD...
Page 38: ...38 UA...
Page 39: ...39 UA...
Page 40: ...40 UA III III IV 3 4 10 15 20 V VI...
Page 41: ...41 UA VI VII VIII X 15 1 3 8 1 3 X 1 3 1 3 XI XII...
Page 42: ...42 UA 500 0 30 50 70...
Page 114: ...114 GR RCD RCD...
Page 115: ...115 GR...
Page 116: ...116 GR...
Page 117: ...117 GR II III III IV 3 4 mm 10 15 20...
Page 118: ...118 GR V VI VI VII VIII IX 15 cm 1 3 8 cm 1 3 X 1 3 1 3 XI XII...
Page 119: ...119 GR LED LED LED LED LED LED Li Ion 500 0 30 50 70...
Page 120: ...120 GR...
Page 122: ...122 BG RCD RCD...
Page 123: ...123 BG...
Page 124: ...124 BG...
Page 125: ...125 BG II III III IV 3 4 mm 10 15 20 V...
Page 126: ...126 BG VI VI VII VIII IX 15 cm 1 3 8 cm 1 3 X 1 3 1 3 XI XII...
Page 127: ...127 BG Li Ion 500 0 30 50 70...
Page 128: ...128 BG...