109
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
NL
Oorzaken en preventie van terugslag voor de bediener.
Terugslag naar de bediener kan optreden wanneer het uiteinde van de kettinggeleider contact maakt met een voorwerp of wan-
neer het gezaagde hout vastloopt in de zaagsnede. In sommige gevallen kan het contact tussen het uiteinde van de geleidestang
en een voorwerp een gewelddadige reactie veroorzaken die de stang omhoog en naar de bediener toe drijft. Een inklemming
van de bovenste rand van de geleidestang in de snede kan de stang plotseling in de richting van de bediener doen bewegen.
Elk van deze reacties kan ertoe leiden dat men de controle over de kettingzaag verliest en ernstig letsel oploopt. Vertrouw niet
alleen op de veiligheidscomponenten die in de zaag zijn ingebouwd. De zaagbediener moet verschillende stappen ondernemen
om ongelukken en verwondingen op het werk te voorkomen.
Het terugkaatsen in de richting van de bediener is het resultaat van onjuist gebruik en/of onjuiste procedures of bedrijfsomstandig-
heden en kan worden vermeden door de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen die hieronder worden opgesomd:
Houd beide handen stevig vast met duimen en vingers rond de handgrepen van de kettingzaag, het lichaam en de
schouders moeten bestand zijn tegen de krachten die tijdens de terugslag worden opgewekt.
Indien de juiste voorzorgs-
maatregelen worden genomen, kunnen de terugslagkrachten door de bediener worden gecontroleerd. Laat de kettingzaag niet
vrij bewegen.
Reik niet te ver en snijd niet boven schouderhoogte.
Dit helpt onbedoeld contact tussen de uiteinden van de kettinggeleider
te voorkomen en maakt een betere controle van de zaag mogelijk in onverwachte situaties.
Gebruik alleen de door de fabrikant gespeci
fi
ceerde kettinggeleiders- en kettingen.
Een onjuiste vervanging van de ketting-
geleider en de ketting kan ertoe leiden dat de ketting breekt en/of terugslaat.
Neem de instructies van de fabrikant voor het slijpen en onderhouden van de ketting in acht.
Het verminderen van de
diepte van de kettinggeleidegroef kan de kans op terugslag vergroten.
Andere veiligheidsinstructies
Het is verboden de zaag bloot te stellen aan neerslag en deze te gebruiken in een atmosfeer met een verhoogde Het is ook
verboden de zaag te gebruiken in een atmosfeer met een verhoogd risico op brand of explosie.
Vermijd tijdens het gebruik contact met geaarde, geleidende en niet-geïsoleerde voorwerpen zoals leidingen, Wanneer de ketting-
zaag niet in gebruik is, bewaar hem dan op een droge, gesloten plaats,
Gebruik een zaagketting die is aangepast aan de belasting. Gebruik geen snijkettingen die ontworpen zijn voor licht gebruik, voor
zwaar gebruik.
Draag altijd beschermende handschoenen bij het vervangen, repareren en afstellen van de zaagketting.
Zorg er bij het transport van uw kettingzaag voor dat deze van de stroomtoevoer wordt losgekoppeld. Trek de stekker van de
met elektriciteit aangedreven kettingzagen uit het stopcontact, bij kettingzagen die zijn aangedreven door een accu, de accu los-
koppelen. Met de zaagketting moet een beschermkap op de geleiding worden aangebracht. Verplaats de zaag met het zaagblad
naar achteren.
Draag de kettingzaag niet door ze aan het netsnoer vast te houden. Maak de stekker niet los door aan het netsnoer te trekken.
Voorkom dat de kettingzaag per ongeluk wordt ingeschakeld. Wanneer de kettingzaag wordt verplaatst die is aangesloten op het
netwerken of die een aangesloten batterij heeft, moeten de vingers ver van de schakelaar worden gehouden.
Draag altijd geschikte beschermende kleding die goed aansluit op het lichaam.
Als de zaag met twee handgrepen is uitgerust, moet u de zaag altijd met beide handen bedienen. Zet tijdens het gebruik losse
stukken hout vast, zodat ze niet kunnen bewegen, bijvoorbeeld door ze in een geit te plaatsen. Vermijd het zagen van hout op de
grond. het verwerken van hout dat niet beschermd is tegen beweging tijdens het zagen.
Degenen die de zaag voor het eerst gaan zagen, moeten ten minste oefenen met het zagen van de boomstammen die op de
sprinkhanen of geiten zijn geplaatst.
Houd de kettingzaag niet boven uw schouders tijdens het werk. Werk niet met de kettingzaag als u op een ladder staat. om te
werken, dat u de armen niet over de volle lengte hoeft uit te strekken.
Houd de ketting schoon. De ketting moet worden geslepen en gesmeerd. Dit zal zorgen voor een e
ffi
ciëntere en veiligere De
ketting kan worden geslepen in een gespecialiseerde dienst. Controleer de toestand van de ketting vóór elk gebruik. u scheuren,
gebroken tanden of andere beschadigingen vaststelt, moet u, voordat u begint
Als er beschadigde of gebroken onderdelen van de zaag worden gevonden. moet men stoppen of niet er niet mee aan het werk
gaan. Beschadigde onderdelen moeten worden vervangen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.
Gebruik de zaag zoals bedoeld, de zaag dient alleen voor het zagen van hout. metalen onderdelen of stenen die in het bewerkte
hout kunnen zitten.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Het niet gebruiken van originele reserveonderdelen kan het risico op falen verhogen
en leiden tot persoonlijk letsel.
De kettingzaag mag alleen worden gerepareerd door een door de fabrikant geautoriseerd servicecentrum. Door gebruik te maken
van originele reserveonderdelen. Hierdoor wordt het risico op ongelukken en schade aan de apparatuur tot een minimum beperkt.
BEDIENING VAN HET PRODUCT
Voorbereiding van de kettingzaag op het werk
Let op! Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact vóór alle installatie- en afstelwerkzaamheden. Verwijder de batterij uit
het apparaat.
Summary of Contents for YT-828135
Page 29: ...29 RU residual current device RCD...
Page 30: ...30 RU...
Page 31: ...31 RU...
Page 32: ...32 RU II III III IV 3 4 10 15 20 V...
Page 33: ...33 RU VI VI VII VIII X 15 1 3 8 1 3 XI 1 3 1 3 XI XII...
Page 34: ...34 RU Li Ion 500 0 30 50 70...
Page 35: ...35 RU...
Page 37: ...37 UA residual current device RCD...
Page 38: ...38 UA...
Page 39: ...39 UA...
Page 40: ...40 UA III III IV 3 4 10 15 20 V VI...
Page 41: ...41 UA VI VII VIII X 15 1 3 8 1 3 X 1 3 1 3 XI XII...
Page 42: ...42 UA 500 0 30 50 70...
Page 114: ...114 GR RCD RCD...
Page 115: ...115 GR...
Page 116: ...116 GR...
Page 117: ...117 GR II III III IV 3 4 mm 10 15 20...
Page 118: ...118 GR V VI VI VII VIII IX 15 cm 1 3 8 cm 1 3 X 1 3 1 3 XI XII...
Page 119: ...119 GR LED LED LED LED LED LED Li Ion 500 0 30 50 70...
Page 120: ...120 GR...
Page 122: ...122 BG RCD RCD...
Page 123: ...123 BG...
Page 124: ...124 BG...
Page 125: ...125 BG II III III IV 3 4 mm 10 15 20 V...
Page 126: ...126 BG VI VI VII VIII IX 15 cm 1 3 8 cm 1 3 X 1 3 1 3 XI XII...
Page 127: ...127 BG Li Ion 500 0 30 50 70...
Page 128: ...128 BG...