• Zorg er voor dat glazen elkaar niet aanraken.
• Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor
dat de voorwerpen niet kunnen verschuiven.
• Doe bestek en kleine items in het bestekmand.
• Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen
ronddraaien voordat u een programma start.
Voor het starten van een programma
Zorg er, voordat u het gekozen programma start, voor
dat:
• De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst.
• De dop van het zoutreservoir goed dicht zit.
• De sproeiarmen niet zijn verstopt.
• Er regenereerzout en glansmiddel is toegevoegd
(tenzij u gecombineerde afwastabletten gebruikt).
• De positie van de items in de mandjes correct is.
• Het programma geschikt is voor het type lading en
de mate van bevuiling.
• De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt.
De rekken uitruimen
1. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het
apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor
beschadigingen.
2. Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit.
Na voltooiing van het programma kan er
zich aan de binnenkant van het apparaat
nog water bevinden.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Vuile filters en verstopte sproeiarmen
verminderen de wasresultaten.
Controleer regelmatig de filters en reinig
deze zo nodig.
De filters reinigen
Het filtersystem bestaat uit 3 delen.
C
B
A
1. Draai de filter (B) linksom en verwijder het.
2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B).
3. Verwijder de platte filter (A).
4. Was de filters.
14