nl
30
31
Reiniging
Het reinigen van de ladder of trap – in het bijzonder alle
beweeglijke onderdelen – moet bij zichtbare vervuiling
onmiddellijk na het gebruik gebeuren.
Voor het reinigen kan water onder toevoeging van een normaal
in de handel verkrijgbaar reinigingsmiddel worden gebruikt.
Reinigingsmiddelen mogen niet in de aardbodem
terechtkomen.
• Gebruikte vloeibare reinigingsmiddelen in overeenstemming
met de betreffende milieuvoorschriften afvoeren.
Smering van beweeglijke delen
• Smeer alle beweeglijke delen met een normaal in de handel
verkrijgbare olie. Gebruik in de winter dun-vloeibare olie.
• Voer met olie bevochtigde poetsdoeken af volgens de
geldende milieuvoorschriften.
WAARSCHUWING
Valrisico door gladde treden!
Smeerolie en vloeistoffen op treden en sporten kunnen
leiden tot een val met letsel als gevolg.
• Overtollige olie wegwissen.
• Vervuiling (bijv. natte verf, sneeuw) verwijderen.
7.1 Bedrijfsmatig gebruik
Bij bedrijfsmatig gebruik van de ladder of trap is een
regelmatige, herhaalde inspectie op een toestand naar
behoren door een geautoriseerde persoon vereist (visuele
inspectie en functietest).
Type, omvang en termijnen van de vereiste inspecties moeten
worden vastgelegd. De intervallen voor de inspectie richten
zich naar de bedrijfsomstandigheden, in het bijzonder
de regelmaat van gebruik, de belasting bij het gebruik
en de regelmaat en ernst van vastgestelde gebreken bij
eerdere inspecties.
De exploitant moet ervoor zorgen dat beschadigde ladders
niet meer worden gebruikt en dusdanig bewaard worden dat
verder gebruik tot aan correcte reparatie of afvalverwerking
niet mogelijk is.
Het volledige inspectieprotocol kan via de website van de
fabrikant worden opgevraagd.
7.2 Herhaalde inspecties
De ladder of trap moet regelmatig door een deskundige
worden gecontroleerd op bedrijfsveiligheid. De deskundige
krijgt zijn bevoegdheid voor deze controle van de exploitant
en volgt cursussen die zijn voorgeschreven door de
specifieke nationale wetgeving.
• De controle-intervallen moeten aangepast aan de
gebruiksomstandigheden.
• De inspectie moet minimaal één keer per jaar
worden uitgevoerd.
• Het uitvoeren van de controle moet worden gedocumenteerd.
Controlebladen voor de controle van de ladder of trap zijn
beschikbaar op de homepage van ZARGES.
• Nadat de controle met een positief resultaat is afgerond
het ZARGES-controlelabel (bnr. 828384 resp. 828385) op
het product aanbrengen. Maand en jaar van de volgende
controle moeten goed herkenbaar zijn.
Beschadigde of incomplete ladders of trappen en onderdelen
mogen niet meer worden gebruikt.
Bomen/poten
• Op vervorming, doorbuigen, verdraaien en
scheurvorming controleren.
• Op deuken, beschadiging, scherpe randen, corrosie,
splinters, bramen en slijtage controleren.
• Toestand van de bevestigingspunten voor andere
onderdelen controleren.
• Op volledigheid en veilige aanbrenging controleren.
Spreidstandveiligheid
• Op vervorming, deuken, scheurvorming en de werking van
de sluitingen controleren.
• Op beschadiging en corrosie controleren.
Delen van het beslag, scharnieren
• Op beschadiging, scheuren, vervormingen en
corrosie controleren.
• Slijtage en correct functioneren controleren.
• Op volledigheid en veilige aanbrenging controleren.
Sporten, treden, geleidingsbeugel, bordes, platform
• Op vervorming en scheurvorming controleren.
• Op deuken, beschadiging, scherpe randen, splinters,
bramen en slijtage controleren.
• Op veilige verbinding met de bomen controleren.
• Slijtage en naar behoren functioneren van de beveiligingen
(bijv. vergrendelingsclips, sporthaak) controleren.
Laddernokken, rollers
• Op beschadiging en corrosie controleren.
• Slijtage en correct functioneren controleren.
• Op volledigheid en veilige aanbrenging controleren.
Markering
• Op leesbaarheid en beschadiging controleren.
Accessoires
• Op volledigheid en veilige bevestiging controleren.
Vervuiling, vuil
• Op vervuiling door verf, vuil, vet of oliën controleren.
8 Transport en opslag
• Ladders en trappen zodanig opslaan dat beschadiging
(bijv. verbuigen, verdraaien) uitgesloten is.
• Ladders en trappen goed beschermd tegen weersinvloeden
en onbevoegd gebruik (bijv. door kinderen) opslaan.
• Tijdens het transport naar of van de opslagplaats moeten de
ladders of trappen beveiligd zijn tegen verschuiven, botsen
en omvallen.
• Gooi bij het laden niet met de ladders.
• Ladders en trappen bij vervoer op een imperiaal of in een
voertuig veilig bevestigen.
9 Verpakking en afvalverwijdering
• Gevaar van verstikking door de verpakking.
Verpakkingsmateriaal volgens voorschrift afvoeren.
• Ladders, trappen en onderdelen overeenkomstig de lokale
voorschriften en wetten als afval behandelen.
Summary of Contents for ZAP Teleneo S
Page 3: ...2 1 A B 3 A B 3 1 2 2 4 5...