ZF ZF 25 A, Operating Instructions Manual

42

Gebruik en onderhoud ZF/ZFE 25 A - ZF/ZFE 85 IV

WAARSCHUWING

Werk  niet  aan  een  keerkoppeling 

wanneer u wordt gesleept of voor 

anker gaat in een rivier. De schroef 

kan dan namelijk gaan draaien.

WAARSCHUWING

Werk  niet  aan  een  keerkoppeling 

in een varende tweemotorige boot 

wanneer één van de motoren draait. 

De  schroefas  van  de  niet-wer-

kende transmissie zal vrij kunnen 

draaien.

WAARSCHUWING

Wanneer de motor stationair draait, 

maar de schroefas niet moet worden 

aangedreven (bijv. wanneer de accu 

met de dynamo wordt opgeladen), 

moet de schakelhendel (figuur 12) 

in  de  neutrale  stand  (N)  worden 

gehouden om te voorkomen dat de 

boot beweegt.

Laat de hydraulische keerkoppeling 

niet langdurig met hoog toerental in 

de vrijloop (N) draaien.

6.1  Onderhoud

6.1.1 OLIEPEILCONTROLE

WAARSCHUWING

Werk  niet  aan  de  keerkoppeling 

wanneer u wordt gesleept of voor 

anker gaat in een rivier. De schroef 

kan dan namelijk gaan draaien.

Het  transmissievloeistofpeil  kan  in 

koude  of  warme  toestand  worden 

gecontroleerd.

N.B.

: Controleer altijd het oliepeil al-

vorens de keerkoppeling in bedrijf te 

stellen door als volgt te werk te gaan.

1)  Draai  de  oliepeilstok  (figuur  13, 

onderdeel  1)  los  door  de  greep 

linksom te draaien.

2)  Veeg de peilstok met een schone 

en stofvrije doek af.

3) 

n

e

n

n

i

b

 r

a

a

n

k

o

t

s

li

e

p

e

d

k

e

e

t

S

niet  erin  schroeven  (figuur  14). 

Verwijder  peilstok  en  controleer 

vloeistofpeil: Het vloeistofpeil moet 

zich  tussen  het  minimum-  en  het 

maximummerkteken bevinden.

4)  Controleer de O-ringen (

fi

guur 14, 

onderdeel 1) op beschadiging. Zo-

nodig vervangen.

5)  Steek de peilstok naar binnen en 

draai  deze  vast  door  de  greep 

rechtsom te draaien.

LET OP!

Afhankelijk van het type en de plaat-

sing van de koeler en de leidingen 

zal zich een bepaalde hoeveelheid 

olie verzamelen nadat de motor is 

stilgezet en zal deze na een langere 

stilstandperiode  in  de  keerkoppe-

ling terugstromen. Hierdoor kan het 

oliepeil in de keerkoppeling boven 

het max. merkteken komen. Verwij-

der de overtollige olie niet, maar ga 

volgens stap 6 en 7 te werk.

6)  Laat  de  motor  stationair  draaien 

(met de schakelhendel in de neu-

trale  stand)  totdat  de  oliekoeler 

en alle leidingen met vloeistof zijn 

gevuld.

7)  Schakel de motor uit en controleer 

direct daarna het vloeistofpeil. In-

dien noodzakelijk, olie bijvullen tot 

het merkteken op de peilstok.

  Het met de peilstok gemeten vloei-

stofpeil (

fi

guur 14) moet tussen het 

min. en het max. merkteken liggen. 

Het vloeistofpeil moet na een korte 

gebruiksperiode  opnieuw  worden 

gecontroleerd.

6.1.2 VLOEISTOF VERVERSEN

LET OP!

De eerste verversing moet worden 

uitgevoerd na 25 bedrijfsuren.

Hierna  dient  de  olie  na  elke  300 

bedrijfsuren of eenmaal per jaar te 

worden ververst (afhankelijk van de 

termijn die het eerst is verstreken).
Opmerking:

  Het  filterelement  (fi-

guur  16,  onderdeel  1)  moet  bij  elke 

verversing  van  de  vloeistof  worden 

vervangen.

LET OP!

Het oude smeermiddel en het olie-

filter  moeten  als  speciaal  milieu-

verontreinigend  afval  behandeld 

worden: zijn moeten dan ook naar 

gelang hun verschillende structuur 

afgevoerd worden.

6.1.3 OLIEFILTER

VERWIJDEREN

Voor het vervangen van het 

fi

lter als 

volgt te werk gaan:

1)  Draai de schroef waarmee het 

fi

l-

terdeksel is bevestigd linksom en 

verwijder het 

fi

lter uit het 

fi

lterhuis 

(

fi

g. 15, onderdeel 1). Gebruik hier-

bij een inbussleutel van 6 mm.

2)  Trek  het 

fi

lterelement  (

fi

guur  16, 

onderdeel 1) los.

3)  Controleer de O-ringen (

fi

guur 16, 

onderdeel 2 en 3) op beschadiging, 

zonodig vervangen.

Alleen voor ZF 25 A - ZF 25 oude 

versie (Fig. 22)

4)  Schroef  de  twee  bouten  M8x25 

(figuur  22,  onderdeel  1)  los  en 

verwijder deze samen met de sluit-

ringen.

5)  Trek deksel (

fi

guur 22, onderdeel 

2), afdichting, 

fi

lterelement los.

6)  Controleer  de  afdichting  op  be-

schadiging en het 

fi

lter op slijtage. 

Zonodig vervangen.

6.1.4 TRANSMISSIEVLOEISTOF

AFTAPPEN

1) 

2) 

Opmerking: 

Maximale buitendiameter 

van aanzuigslang is 5/8 inch (16 mm).

6.1.5 VULLEN MET 

TRANSMISSIE

VLOEISTOF

Vullen  met  olie  voor  automatische 

versnellingen ATF volgens de als volgt 

weergegeven  hoeveelheden.  Vul  de 

hoeveelheid toe die nodig geacht wordt 

voor  het  vullen  van  de  koeler  en  de 

desbetreffende  verbindingsslangen 

(Fig. 19).

ZF 25 A: ................................. 1,8 liter

ZF 25: .................................... 2,0 liter

ZF 45 A: ................................. 2,5 liter

ZF 45-1:................................. 3,0 liter

ZF 63 A/ZF 68 A:

...................... 4 liter

ZF 63/ZF 68:.....

..................... 3.8 liter

ZF 63 IV/ZF 68 IV:.................

4,4 liter

ZF 80 A / ZF 80-1A: ............... 5.5 liter

ZF 80 IV/ ZF 80-1 IV: ............. 7.0 liter

ZF 85 A:  ................................ 5,5 liter

ZF 85 IV:  ............................... 7,0 liter

Gebruik alleen olie volgens de speci

fi

-

caties vermeld in de «Lijst met aanbe-

volen oliesoorten» op pag. 61.

ZF 45A, ZF 45-1, ZF 63A, ZF 63, ZF 

68 A, ZF 68: 

Duw slang van aanzui-

gpomp  figuur 17, onderdeel 1) door 

aanzuigpijp (figuur 17, onderdeel 2) 

naar de bodem van het huis en 

verwijder de vloeistof.

ZF 25 A, ZF 25, ZF 63 IV, ZF 68 IV 

ZF 80 A, ZF 80-1A, ZF 80 IV, ZF 

80-1IV, ZF 85 A, ZF 85 IV:

Verwijder 

de stop (fig. 18, onderdeel 1) en laat 

de olie uit het betreffende gat 

stromen.

IT, EN, DE, FR, ES, NO, PT, NL, FI, EL, HR 3315.758.001 - 2018-04